Wordt als kinderen
1 In diezelfde tijd richtten de leerlingen tot Jezus de vraag: “Wie is nu wel de grootste in het Rijk der hemelen?” 2 Hij riep een klein kind, zette het in hun midden en zei: 3 “Voorwaar, Ik zeg u: als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk der Hemelen zeker niet binnengaan. 4 Wie dus zichzelf gering acht zoals dit kind is de grootste in het Rijk der hemelen. 5 En wie in mijn Naam zulk een kind opneemt, neemt Mij op.